Het aantal mensen dat graag wil, maar niet kan verhuizen is de afgelopen jaren flink toegenomen. Vooral de groep die geen geschikte woning kan vinden, is sterk gegroeid. In 2024 gaf bijna 10 procent aan niets te kunnen vinden, terwijl dit in 2021 nog ruim 6 procent was. Dat blijkt uit de Woon-enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Vooral thuiswonende jongeren blijven hierdoor noodgedwongen bij hun ouders wonen. In 2024 wilde ruim 26 procent van deze groep verhuizen, maar kon geen huis vinden. In 2021 was het nog 13 procent.

Het aantal thuiswonende jongeren dat het nest verlaat, is daarom de afgelopen jaren ook afgenomen. Van degenen die in 2021 aangaven graag te willen verhuizen, deed 45 procent dat binnen twee jaar. In 2018 verhuisde nog 47 procent binnen twee jaar. Gemiddeld zoekt men een half jaar actief naar een woning.

Woning vinden in de Randstad het lastigst

In heel het land is het moeilijker geworden voor thuiswonende jongeren om een geschikte woning te vinden. In 2021 speelde dit probleem nog voornamelijk in de Randstad, met name in Noord-Holland en Utrecht, maar inmiddels wordt het buiten de Randstad ook steeds lastiger. De onderstaande kaart toont de situatie in 2024.

In Drenthe is het aantal thuiswonende jongeren dat geen huis kan vinden in drie jaar toegenomen van 6 tot 24 procent en in Limburg van 7 naar 19 procent.

In Noord-Holland, Utrecht en Flevoland is het voor jongeren nog steeds het moeilijkst: meer dan 30 procent wil verhuizen, maar kan geen woning vinden. In Zeeland is het het makkelijkst, 'slechts' 12 procent van de jongeren heeft problemen met de huizenjacht.

LEES OOK: Huurprijzen vrije markt stijgen bijna 10% in eerste kwartaal, harder dan de inflatie